Also take a look at our:

Schildklierklachten

Wat zijn schildklierklachten?

Schildklierklachten komen in Nederland veel voor: 800.000 mensen kampen met schildklierproblemen. In werkelijkheid zullen het er nog meer zijn, omdat artsen relatief onbetrouwbare bloedtesten hanteren. Artsen kijken te veel naar deze uitslagen, die vaak een momentopname zijn, en te weinig naar de klachten van de patiënt.

Als we spreken van schildklierproblemen hebben we het over twee afwijkingen: hypothyreoïdie, hierbij werkt de schildklier te langzaam, en hyperthyreoïdie, hierbij werkt de schildklier te snel. Ook kan er een totale disfunctie ontstaan door een hypofyse uitval of door verwijdering van de schildklier.

Nano mineralen en geneeskrachtige stoffen bij schildklierklachten

Voor een gezonde schildklier is het van belang om stress te beperken en het immuunsysteem zo min mogelijk te belasten door glutenvrij, suikervrij en zuivelvrij te eten. Hierdoor kunnen ontstekingen en auto-immuniteit verminderd worden. Een IGG-voedingstest is altijd aan te raden, je kunt deze laten afnemen via een orthomoleculair (voedings)therapeut.

Daarnaast kun je gebruik maken van nano mineralen, kruiden en supplementen, om de functie van de schildklier weer meer in balans te brengen.

L-tyrosine is nodig voor het omzetten van T4 en T3. Het lichaam kan tyrosine vrij eenvoudig aanmaken en het komt ruim voor in onze voeding. Maar om de omzetting goed te laten verlopen, moeten er vier jodiummoleculen aan een tyrosinemolecuul gekoppeld worden. Hiervoor zijn de co-factoren vitamine B1, B6, B12, Vitamine C uit acerola, (nano) ijzer en (nano) zink nodig. Haal jodium zoveel mogelijk uit voeding (vis, algen en zeewier) en denk aan suppletie met de co-factoren.

Selenium is de belangrijkste hulpstof voor het omzetten van T4 naar T3, ook voldoende vitamine A en (nano) magnesium zijn bij dit proces nodig. Bij onvoldoende aanwezigheid van selenium of bij een teveel aan T4, wordt T3 omgezet in reversed T3 (rT3). Deze is veel minder actief dan T3.

• Om stress tegen te gaan kun je nano magnesium en Rhodiola inzetten. Voor meer informatie over rhodiola, zie Rhodiola bij depressie, helpt het echt? – Nano Mineralen.

Indium vangt twee vliegen in één klap. Het reguleert de lichamelijke stressrespons en zorgt voor een verbeterde opname van zink, één van de belangrijkste mineralen voor een goede werking van de schildklier. De onderzoeker Bonadio heeft zelfs in 1980 een patent verkregen voor de normaliserende werking van de schildklier. 

Nano goud ondersteunt bij de auto-immuunaandoening.

Probiotica met 8 oerstammen die per twee capsules 80 miljard bacteriën bevatten dragen bij aan een gezonde darmflora.

• Zoals eerder genoemd vindt de omzetting van T4 naar T3 plaats in de lever. Daarom is het nodig de ontgiftingsfasen zo goed mogelijk te laten verlopen. S-acetyl-l-glutathion is een krachtige endogene vrije radicalenvanger en maakt vele soorten vrije radicalen onschadelijk. Het is de enige antioxidant die zelf regenereert om meer vrije radicalen te neutraliseren. Een krachtig middel op basis van mariadistel in combinatie met Sam-e kan ingezet worden om de leverdetox te ondersteunen en de productie van glutathion te stimuleren.

• Van omega-3 vetzuren is bekend dat ze ontstekingsremmend werken.

• Gebruik van soja is een optie bij een te snelle schildklier, omdat dit leidt tot een verhoogde uitscheiding van het schildklierhormoon via de nieren.

Geneeskrachtige stoffen en dosering

Nutriënt
Dosering (bij voorkeur in overleg met een deskundige)
Nano magnesium
30 – 60 ml per dag, buiten de maaltijden om innemen. Houd de vloeistof een minuut in de mond alvorens door te slikken. Voor meer info, zie Nano magnesium
Nano zink
30-60 ml per dag. Zie voor meer informatie Nano Zink en Zink en Koper – Nano Mineralen
Nano ijzer
30-60 ml per dag. Zie voor meer informatie Nano IJzer – Nano Mineralen
Nano goud
30 ml per dag rustig opbouwen. Voor meer info, zie Nano goud.
Indium
1 tot 3 druppels per dag. Voor het gebruiksadvies zie Gebruiksadvies bij indium – Indium Info
JodiumUit zeewier en algen ( bv. spirulina/chlorella) en vis. Evt. een kelpsupplement
Selenium100-200 mcg per dag
Omega-3Zoals aangegeven op de verpakking
Actieve B vitamineZoals aangegeven op de verpakking
Probiotica met 8 oerstammenZoals aangegeven op de verpakking
Mariadistel (SAM-e)op advies

 

Schildklierklachten symptomen

Schildklierproblemen worden meestal in verband gebracht met symptomen als onvruchtbaarheid, hormonale disbalans, gewichtstoename, vermoeidheid of angstgevoelens. Bij een te snelle schildklier kan ook sprake zijn van hartkloppingen, zweten en overmatig gewichtsverlies.

Minder bekend is dat problemen met de spijsvertering/darmgezondheid, zoals indigestie (overbelasting van de maag), zure oprispingen, een opgeblazen gevoel, obstipatie en IBS ook een duidelijk teken kunnen zijn van een schildklierprobleem.

Omdat schildklier- en darmproblemen vaak over het hoofd worden gezien of verkeerd worden gediagnosticeerd, is het belangrijk om het verband tussen de schildklier en darmen te begrijpen.

Schildklierklachten oorzaak

De cellen van de schildklier produceren een inactief hormoon genaamd thyroglobuline. Dit hormoon wordt vervolgens in de schildklier opgeslagen en gebonden aan jodium. Dit is het proces wat we ‘jodering’ noemen. Na de jodering wordt het hormoon opgeslagen totdat het lichaam het nodig heeft. Voor dit proces is dus altijd jodium nodig, wat al laat zien dat een tekort aan jodium kan leiden tot schildklierproblemen.

Daarnaast maakt de schildklier de hormonen thyroxine (T4), een inactief hormoon dat door de lever wordt omgezet in het actieve hormoon triiodothyronine (T3). Voordat de schildklier T4 kan produceren, moet het worden aangezet door het hormoon TSH (Thyroid Stimulating Hormone), wat door de hypofyse wordt aangemaakt. De aanmaak van dit hormoon zal geremd worden op het moment dat er voldoende T3 aanwezig. Zo wordt er dus nooit een teveel aan T4 geproduceerd door de schildklier, tenzij één van deze processen niet lekker loopt, zoals bij een te trage of snelle schildklier.

De hormonen T3 en T4 spelen een belangrijke rol in de stofwisseling. Ze activeren lichaamscellen van verschillende organen om energie te gebruiken, voor een normale werking van de spijsvertering, maar ook voor bijvoorbeeld een gezonde hartslag en lichaamstemperatuur. Je begrijpt dat als je last hebt van een te snelle schildklier en je te veel T4 en T3 aanmaakt, deze processen te actief verlopen. Een te snelle schildklier gaat daarom vaak gepaard met hartklopping, overmatig zweten, afvallen en een onrustig gevoel.

Bij een trage schildklier maakt de schildklier te weinig hormonen aan. Een snelle schildklier maakt te veel hormonen aan. Zowel een trage als snelle schildklier kan leiden tot allerlei lichamelijke en mentale klachten, zoals problemen met de spijsvertering. Een te trage schildklier komt het vaakst voor.

De schildklier en de spijsvertering

De schildklierhormonen spelen een belangrijke rol in onze stofwisseling. Niet zo gek dus dat de schildklier invloed heeft op de spijsvertering. Uit wetenschappelijk onderzoek komt duidelijk naar voren dat schildklier- en spijsverteringsproblemen hand in hand gaan (2). Ook wordt gezien dat de lever het meest getroffen orgaan is bij zowel een te snelle als te trage schildklier.

Een gezond darmmicrobioom beïnvloedt het immuunsysteem en heeft zo ook een belangrijke invloed op de werking van de schildklier, specifiek op Hashimoto, thyreoïditis en de ziekte van Graves (3). De samenstelling van de darmflora beïnvloedt het vermogen om belangrijke micronutriënten zoals jodium, selenium, zink, ijzer, B-vitaminen, vitamine A en tyrosine (een aminozuur) op te nemen. Deze micronutriënten zijn allemaal essentieel voor een gezonde schildklierfunctie. Ze zijn vaak deficiënt bij mensen met schildklierproblemen.

Hoewel nog niet volledig begrepen, beïnvloedt de darmflora ook de omzetting van T4 naar T3. Dat komt omdat er bepaalde enzymen nodig zijn voor de omzetting van T4 naar T3. Er wordt verondersteld dat de darmflora de activiteit van deze enzymen beïnvloedt (3).

Het succes van de omzetting van T4 en T3 is ook afhankelijk van de productie van galzuren in de galblaas. Deze galzuren worden uitgescheiden in de dunne darm na het eten van vetten, waar darmbacteriën ze omzetten in zogenaamde “secundaire galzuren”. Ook deze galzuren hebben invloed op de activiteit van de eerder genoemde enzymen (4).

Op hun beurt zijn deze galzuren weer afhankelijk van het mineraal selenium, dat vaak deficiënt is bij patiënten met darm- en schildklierproblemen. Gal is van nature antimicrobieel, wat het verband tussen schildklieraandoeningen en specifieke bacteriële darminfecties, zoals SIBO, verder kan verklaren.

Wat doet de huisarts bij schildklierklachten

Als er sprake is van een te trage schildklier, zal de behandeling bestaan uit een dagelijkse dosis schildklierhormoon. Op die manier heb je toch voldoende T3 tot je beschikking, zodat de stofwisseling optimaal kan blijven verlopen.

Bij een te snelle schildklier kan er sprake zijn van een tekort aan jodium, waardoor het hormoon thyroglobuline niet kan worden gejodeerd. Het lichaam zal dit hormoon dan blijven aanmaken, omdat het denkt dat er te weinig van dit hormoon aanwezig is. Bij een te snelle schildklier word je daarom behandeld met een radioactief jodium, medicijnen of een operatie waarbij de schildklier wordt verwijderd.

Blijf altijd op de hoogte! Schrijf je
in voor de nieuwsbrief!

Relevante links

Nano Zilver

Nano Magnesium